BOVENLEIDING MAKEN

 

 

 

15 november 2005

 

 

 

WERKWIJZE

 

 

 

DRAADSOORT

                      

Het te gebruiken draad is Co2-Lasdraad met een dikte van o,6 mm.

Dit is verkrijgbaar bij Hobby- en ijzerwarenzaken, op rolletjes van enkele tientallen

meters voor zo’n € 8,-.

 

DRAADBEWERKING

 

Monteer een bankschroefje op tafel met in de bek een schroefoogje wat iets wordt open gebogen. Dit oogje dient horizontaal te zitten. Plaats zo’n zelfde oogje in de boormachine (ook open gebogen) en knip een stuk draad af van  +/- 110 cm. Steek het uiteinde van boven af door het oogje in de bankschroef en buig het naar je toe,

 

 

                       

 

zodat het scherpe puntje naar jezelf wijst. (zie pijlen in figuur.1)

Buig het uiteinde daarna over de draad heen en dan naar beneden, zodat wederom het puntje van de draad naar beneden wijst. Doe hierna hetzelfde bij het oogje in de boormachine. Trek nu de draad voorzichtig strak, zodat deze recht komt, NIET met geweld strak trekken.

 

 

Laat de boormachine met een matig toerental, zo’n 2000 toeren per minuut, draaien en de draad zal zich nu gaan opdraaien. (tornen) Houd tijdens het draaien duim en wijsvinger zo’n 10 Cm van de boormachine op de draad, alleen om te geleiden. Gebleken is dat wanneer de draad breekt hij niet meteen weg vliegt. Verder blijft onderstaande waarschuwing van kracht.

 

 

 

                                                       >>> !! LET OP !! <<<

Als het toerental te hoog is kan de draad ergens breken en dan slaat het stuk in de boormachine als

een speer in het rond!!! Gebruik dus beschermende middelen voor ogen en handen!!!!!

 

 Na +/- 15 seconden de boor stoppen (nog steeds de draad strak houden) en deze met de hand een slag of tien terug draaien.

 

TIP:

Hoe langer de draad, hoe langer de draaitijd. Dit moet je proefondervindelijk vaststellen. Het terugdraaien hoeft geen hele omwentelingen per slag te zijn, het is wel een beetje te zien aan de andere zijde. Zodra aan de bankschroefzijde de draad ook de andere kant op gaat is het voldoende. Hierna de draad aan beide kanten (eerst de boormachinezijde) afknippen.

Houd tijdens het afknippen de draad op zo’n 10 Cm van de boorkop vast. Hierdoor springt hij niet weg. Mocht er in het midden toch een soort grote slinger in de draad komen, dan moest de boormachine nog iets verder worden teruggedraaid. Dit is namelijk de voorspanning van het tornen en die moet er even uit voordat er geknipt wordt. Even oefenen geeft een goed resultaat.

 

Als de draad mooi recht is, kun je hem b.v. opbergen in een daarvoor aangeschafte waterleidingbuis. Zelf maak ik nooit langere draden dan 120 cm, juist omdat de buis niet langer is en ik nooit langere draden nodig heb dan 100 cm. In een enkel geval heb ik zelf ooit draden van 180 cm gemaakt en daar in de lengte ook bovenleiding van gefabriceerd (met een hoop moeite). Het is niet gezegd dat het niet gaat, maar de mal waar het geheel op ligt moet wel aan beide zijden deze ruimte hebben, daar de rijdraden ongeknipt gebruikt werden, d.w.z deze blijven 180 cm en de diverse overspanningen worden naderhand stuk voor stuk aangesoldeerd.

 

 

HET INSTELLEN VAN DE MAL

 

Voor we met het solderen beginnen stellen we de mal in op de hart op hart afstand van de bovenleidingmasten min 5 a 6 cm. Stel de hart afstand is 40 cm, dan wordt de eerste malhouder (=hangdraad) op 2 ½ cm van het begin van de draad geplaatst.

 

Oversteek  I 2 ½  I   5   I   5   I   5   I   5    I   5   I   5   I   5   I  2 ½ I Oversteek

  --------------I--------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I-------I--------I------

 

In het echt is de afstand tussen twee portalen zo’n 70 a 75 meter op de vrije baan. Het aantal hangdraden wat er verticaal tussen zit is ongeveer 13 stuks. We praten in model dan over zo’n 80 Cm H.o.H.!! Behalve op Stations en bij Overwegen, daar hangt de draad aan wel 2 X zoveel hangdraden. Met dit gegeven kun je zelf uitrekenen hoeveel hangdraden er nodig zijn. Bovenstaand schema heeft alleen betrekking op de mogelijkheden. Zelf heb ik altijd getracht zo’n 5 a 6 Cm tussen de hangdraden onderling aan te houden.

 

De oversteek is om de draad na montage langs een andere draad te kunnen leggen en dan iets omhoog te kunnen buigen, zodat ook als de bovenleiding zakt de stroomafnemer niet blijft haken. Dit komt b.v. voor als je de ene module met de andere wilt verbinden. 

Nu is het zo, dat wanneer blijkt dat een grotere onderlinge afstand mooier is, je dan de afstand b.v. groter zou kunnen maken naar 6 of 7 cm. Dan wel aan de uiteinden steeds een halve afstand meenemen (=3 of 3 ½ cm), dit geeft een beter aanzicht. Let wel op de totale lengte van de overspanning, deze varieert nogal eens en dan geeft de afstand tussen de hangdraden gauw een probleem. Deze gaan dan doorzakken. De maximum lengte van een overspanning is plus minus 55 cm. Bij grotere lengte dient men ook meer hangdraden toe te passen. Deze maken het geheel stevig.

 

 

VOORBEREIDING SOLDEREN

 

Stel dat de gemeten afstand tussen drie masten H.o.H. = 0 - 40 - 80. Zorg er dan voor dat de rijdraden een lengte hebben van 80 Cm + aan beide zijden een oversteek van minstens 3 Cm.

 

Mijn mal heeft slechts een lengte van zo’n 50 Cm, dat zou inhouden dat de rij-draad over de mal heen steekt. Als je links begint met solderen, hangt er rechts nog 40 Cm naast de mal. Dit moet je ondersteuning geven, anders drukt het overhangende deel de draad aan de linkerzijde weer omhoog uit de mal. De mal is alleen gemaakt om de diverse draden te fixeren, zodat de plek waar de mast zou moeten staan een fictief punt is. De hoogte van de ‘draagkabel-draad’ t.o.v. de rij-draad op dit fictieve punt is ongeveer 2,7 Cm.De verticale stukjes draad zijn +/- 3 Cm lang. Deze dienen aan een zijde haaks te worden omgezet. (Fig. 2)

Dit haakse deel wordt tussen de beide rijdraden gelegd. Dit geeft meer stevigheid en je hoeft aan de onderzijde geen punten af te slijpen.

 

HET SOLDEREN

 

Het solderen zelf is simpel. Eerst leg je één rij-draad in de mal. Daarna leg je de hangdraden

er dwars op met het gebogen deel tussen de rijdraden. Dan neem je een satéprikker (een lange)en doop je deze in de S-39. Sommige mensen gebruiken liever soldeervet, maar in verband met het goed vloeien onder de verbindingen door is een vloeistof wel zo handig. Let op!! S-39 is giftig!

Met het wat vriendelijker S-65 heb ik geen ervaring.

 

TIP:

Het verdient aanbeveling het potje in een plastic bakje te zetten, zodat wanneer het toevallig omvalt, het niet alles onder smeert. Ook is het handig als het potje niet helemaal vol is. Hoe dieper je de prikker in de S-39 doopt, hoe meer er aan de prikker zit en meestal kun je dat niet zien. Met deze prikker deponeer je op elke kruising een druppeltje S-39. Door nu even met de prikker aan beide zijde langs de draad te stippen, kruipt de S-39 tussen de draden door.

 

Hierna eerst met soldeer en soldeerbout beide draden aan elkaar solderen en er op letten dat het soldeer ook aan de onderste draad zit (dit is de rij-draad). Begin met het aansolderen altijd bij de tweede hangdraad, Bij de eerste druk je gemakkelijk de rest van de draden uit de mal.

 

Buig een U-vorm van een afvalstukje draad om bij de volgende soldeergang te helpen.

 

TIP:

Buig de uiteinden van de U omhoog, hierdoor kun je hem gemakkelijk van tafel oppakken.

 

Leg nu de tweede rij-draad over de reeds gesoldeerde verbinding, parallel aan de eerste rij-draad, eerst weer de gang met de satéprikker maken en er op letten dat er voldoende S-39 aanwezig is. Hierna met het gebogen U-tje om de tweede hangdraad beide draden in de mal gedrukt houden, soldeer aantippen en de soldeerbout op de hangdraad en tegen de (bovenkant) van de ”bovenste” rij-draad zetten. Het soldeer zal nu vanzelf doorvloeien tot aan de “onderste” rij-draad. Let er op dat de druk van het U-tje niet te groot is, daar anders de draden niet evenwijdig lopen. Na het uitharden van de eerste las in de tweede malhouder zul je zien, dat de draden al redelijk vast in de mal liggen.

Feit blijft, dat als er met grote lengtes wordt gewerkt, de draden aan het uiteinde van de mal gaan hangen en er voor zorgen dat deze in de mal omhoog komen. Ondersteunen is hier het trefwoord. Nadat deze soldeergang is afgemaakt, volgt de ‘draagkabel-draad’.

 

De ‘draagkabel-draad’ kun je er zo inleggen en vast solderen. Alleen dan blijkt na montage

dat de bovenleiding in het midden omhoog komt.

 

TIP:

Houdt de draad aan een zijde vast, trek dan met de duim en wijsvinger van de andere hand één keer langs de draad. Door nu duim en wijsvinger niet geheel op elkaar te plaatsen, maar net iets naast elkaar, komt er een flauwe bocht in de draad. Een soort “voorbocht”.

 

Nu past hij ook zonder problemen in de mal en dit heeft als bijkomend voordeel, dat

wanneer de draad boven de baan hangt en door de stroomafnemers omhoog wordt gedrukt, deze voorspanning er voor zorgt dat er tegendruk is, waardoor hij niet zover omhoog komt. (Grotere lengtes H.o.H.= grotere uitslag = minder bocht). Ook verdient het aanbeveling de

draagkabel-draad’ wat verder te laten oversteken. Daar deze de ander draad moet kruisen boven de fictieve plaats waar de portaalmast moet staan, kun je hem daar zowel als aan de

uitstekende eerste hangdraad van de volgende (nog te solderen) sectie vast solderen. Dat geeft wat meer stevigheid tijdens het schoonmaken. Er ontstaat zo ter plaatse van de portaalmast een soort kruis wat pas wordt los gesoldeerd bij de montage.

 

Het solderen neemt weer een aanvang met de prikker. Opletten dat de vloeistof goed onder de kruising doorloopt daar er maar één draad gesoldeerd wordt. Met de soldeerbout even het soldeer aantippen, zodat er wat aan de bout zit en deze op de kruising van de draden houden. Als er voldoende S-39 op zit kruipt het soldeer onder de hangdraad door en maakt een keurige verbinding. Ook weer bij twee beginnen. Na afloop de draad uit de mal halen en controleren of de verbindingen niet te iel gesoldeerd zijn. Als de ene zijde van 40 Cm klaar is, haal je de draad uit de mal en “schuift” hem op naar links zodat er rechts gesoldeerd kan worden. De ruimte tussen de beiden uiteinde van de hangdraden is minimaal 2 X 2,5 Cm of zoveel als één afstand tussen de hangdraden onderling. De ondersteuning van de draad verhuist nu van rechts naar links.

 

 

 

DE AFWERKING

 

Nadat de diverse lengtes gemaakt zijn, moeten deze worden gereinigd. Dat kan met een oude tandenborstel en zeep en vooral warm water. Beter is een bakje te construeren, zoals b.v. een aquarium van glas of wat ze daar tegenwoordig voor gebruiken. De afmetingen hiervan hoeven niet aquarium groot te zijn.

Lengte van 130 cm, een breedte van 10 cm en een hoogte van plusminus 5 cm moet volstaan.

Dan kun je de draden erin leggen, warm water erin + een beetje W.C.-eend en dan een nacht laten staan, dan wordt het vanzelf schoon. Wel naspoelen met schoon water.

Dan, als alles droog is moeten de diverse uitstekende delen nog worden afgeknipt. Als dat is gebeurd zitten we nog met de bobbeltjes, deze moeten met een slijpmachine verwijderd worden. Zet een klein slijp boormachientje in een bankschroef.

Zet hierin een grote, vooral dikke afbraamschijf. Laat de machine flink draaien en houdt de bovenleiding met de onderzijde plat op de schijf. Na enig oefenen lukt het zonder je vingers te branden. Hierdoor wordt de onderkant mooi glad, waardoor er echt met stroomafnemer tegen de draad kan worden gereden.

 

TIP:

Door het afslijpen wordt het heet, hierdoor kan de soldeerverbinding losraken!

 

Ook de bovenzijde waar de hangdraden aan de ‘draagkabel-draad’ zitten even de scherpe kantjes er af halen, als je dan een keer het ding in je handen hebt blijft ie niet haken achter van alles en nog wat.

 

De afbraamschijf zal na verloop van tijd vol gaan zitten met soldeerrestjes, dit kun je er weer afhalen door deze met wat S-39 te bevochtigen en dan met een schone bout als het ware op te zuigen. Met een tinzuiger wil het niet echt goed, omdat de tin in de schijf zit.                                      

 

MONTAGE

 

Wanneer de montage op de baan plaatsvindt zal er ook gesoldeerd moeten worden. De kruisverbindingen ter hoogte van de portaalmasten worden los gesoldeerd en dan worden de draden van onder af naar boven over de mast geschoven. Boven op de mast zit een isolator en daar moet de ‘draagkabel-draad’ overheen komen te liggen. Dit kun je doen door er een klein hoekje in te buigen zodat hij goed over ‘de bult’ ligt. De rij-draad wordt ter plaatse van de masten tegen de onderzijde van de uithouders gesoldeerd. Bovenop kun je de draagkabels aan elkaar solderen en met een drupje 3 seconden lijm fixeren op de isolator. Let er op dat de bovenleiding in een iets zigzaggende lijn boven de rails komt te hangen, met hoogstens een uitslag van maximaal 4 a 5 Mm aan weerszijde van het midden van de rails. Dit kun je goed controleren door een wagentje te voorzien van de stroomafnemer die het smalst is en dan even onder de draad heen en weer te rijden.

 

TIP:

Let op de H.o.H. afstand Stroomafnemer - Draaistel/assen. In verband met het omzwaaien van de bak in wissels en bogen komt de stroomafnemer nog wel eens buiten de draad, vooral bij treinstellen.

 

Tijdens het solderen is het handig een bakje bij de hand te hebben met warm zeepwater, of nog beter WC-eend, om de soldeerpunten meteen van eventuele S-39 te ontdoen. Als je het niet met S-39 soldeert dan kan het sowieso geen kwaad om na afloop de lasjes te reinigen. Neem hiervoor een laag bakje wat precies onder de portaal kan staan en gebruik voor het reinigen een zachte tandenborstel.

 

SCHILDEREN

 

Eventueel schilderen van de draad kan direct na het gladslijpen met b.v. een spuit. Ook kun je de draad pas schilderen als deze boven de rails is gemonteerd.

Na het solderen op de baan moet je de lassen ook met verf behandelen anders wordt de draad roestig.

 

Als je een mal maakt, kun je die het beste maken van aluminium delen. Deze nemen de warmte wel beter op dus moet je die meer toevoeren, maar als groot voordeel heeft aluminium dat het niet hecht aan soldeer en dus van ‘plakken’ geen sprake is. Bijkomend voordeel is dat de S-39 weinig invloed heeft op het aluminium, mits je het op tijd schoon maakt.

 

Deze handleiding pretendeert niet de handleiding voor het maken van bovenleiding te zijn,

het is slechts de manier waarop ik het doe en die is ongetwijfeld voor verbetering vatbaar. Veel succes.

J.W.Penris

mailto:ergensanders@dezepagina.nl

 

Dit bestand is als .ZIP te downloaden als WERKW.WPD ,als WERKW.DOC of als WERKW.RTF document

 

 

Disclaimer!

Het werken met gevaarlijke stoffen en scherpe draden, evenals het werken met slijp- boor- of freesmachines vereist goed gereedschap,

kennis van zaken en last but not least beveiligingsmiddelen voor persoonlijke bescherming.  Gebruik deze dus!!!!

 

Ik kan en wil hier dan ook geen verantwoording nemen voor enige schade, aangericht aan of door genoemde gereedschappen of middelen aan de gebruiker of derden, tijdens het maken van genoemde zaken in deze beschrijving.

 

>> TOP <<