MASTEN MAKEN

© J.W.Penris

 

28 oktober 2005

 

 

Inleiding

 

Bij bovenleiding horen natuurlijk ook masten, tijdens de vele demonstraties kwamen hier dan ook de nodige vragen over. Het demonstratiestukje wat daar bij gebruikt werd, bestaat uit vier masten. Drie hiervan zijn zelf gemaakt, maar om van een reeds kant en klaar product te laten zien hoe je het maakt, is natuurlijk een probleem, zeker als je niks bij je hebt om dat te doen. Om hierin te voorzien was op dat moment weliswaar niet nodig, maar gaf wel weer de nodige impulsen om te zien hoe en of dat wel te realiseren was.

 

Na enige malen op uitnodiging met de Hollandsch Spoor Modelspoorgroep demonstraties te hebben verzorgd, kreeg ik de uitnodiging voor hun eigen project de bovenleiding te maken. Tevens betekende dit mijn toetreding tot de  als clublid en dit bracht de ”mastenmakerij” in een stroomversnelling.

 

De hieronder beschreven methode is één manier om ze te maken, dus niet dé manier, ongetwijfeld zullen er mensen zijn die er ideeën aan ontlenen, of er verbeteringen op doorvoeren. De bedoeling is dat de individuele modelspoorder hieruit inspiratie kan putten om voor zichzelf zaken op dit gebied aan te pakken of te verbeteren.

 

Het Begin

 

Alle begin is moeilijk en vooral, wáár begin je? Mooie dooddoener natuurlijk, maar wel een feit. Ik heb eerst gekeken wat er gemaakt moest worden, in welk tijdperk het bestond waar het gestaan heeft c.q . misschien nog staat en vervolgens ben ik op zoek gegaan naar documentatie, foto’s, verhalen en tekeningen.

 

Gevonden en geraadpleegde literatuur

 

Rotterdam Hofplein – Den Haag – Scheveningen Kurhaus van J.F.Smit

Kleine Modelbaan serie: Deel 11: Modelbovenleiding

75 Jaar Bovenleidingconstructies: Op de Rails 51e Jaargang 1983-9 Blz. 259 – 271

Nem-normen : 201 en 202 (http://www.morop.org/)

Onbekend artikel: Onder de draad

Sommerfeldt: Bouwtekening van het twee/driespoor portaal.

 

Veel materiaal was te vinden in het boek over de ZHESM van J.F. Smit. Echte tekeningen uit het archief heb ik niet gebruikt, daar de hoeveelheid informatie in dit boek genoeg was om te kunnen starten. De maten van de normale overspanningen, zoals ze heden ten dage nog te bewonderen zijn langs diverse spoorlijnen, heb ik uit het onbekende artikel “Onder de Draad”.

 

Afmetingen

 

Dit is een van de discussiepunten! Wat voor afmetingen moeten de masten hebben, welk materiaalgebruik je daar voor, hoe bevestig je het e.e.a. aan elkaar, enz. Om met de maten te beginnen, deze keus heb ik de  gelaten. Besloten werd om de masten van 3 x 3 Mm messing H-profiel te maken i.p.v. 2,5 x 2,5 Mm. Dit in verband met vervoersproblemen en de toch wel gecompliceerde opbouw van het geheel. Dit bleek later een gouden greep te zijn, toen er onverwacht bij een demonstratie met uitladen iets verkeerd ging. De maten van de mallen zijn dus ook op deze afmetingen gebaseerd, zodat bij een afwijkende maat dus ook afwijkende mallen gemaakt dienen te worden! Het betekent wel dat eventuele wijzigingen ook moeten worden doorgerekend

op bovenbalk en middenuithouders! Voorbeeld: voor de dubbele bovenbalk van de tweesporige overspanning heb ik geen U-balk 3 x 3 Mm gebruikt, maar 2,5 x 1,5 Mm, omdat dit beter oogde dan U 2,5 x 2,5 Mm. Dat is een heel belangrijk punt, schenk hier veel aandacht aan, het scheelt heel veel commentaar!

 

De originele maten van een DIN-portaal voor dubbelspoor staan afgebeeld in Figuur 1. Deze tekening is ook als losse .ZIP-file te downloaden, alleen is de achtergrond dan wit!

 

 

 

Dit portaal heeft als bovenbalk een los (eigenlijk zwevend) H –profiel, die aan weerszijden van de palen d.m.v. hoekijzers (geconstrueerd uiteinde) en een U-profiel zijn opgehangen. Er zijn ook een Din–portalen welke twee enkele U- balken hebben die over de hele lengte rug aan rug zijn gemonteerd. Deze portalen komen b.v. nog voor tussen Zwolle en Herfte. Verderop zal ik ingaan op de verschillen tussen beide soorten. De aangegeven maten zijn de werkelijke maten, handgreep hiervoor is de hart op hart maat van de sporen, deze is in werkelijkheid 4 Meter.

 

Maten in Tabelvorm

 

Bovenstaande afmetingen terug gerekend naar H0:

 

1 : 1 Mm            H0 Mm                      Tabel DIN-profielen  1 : 1                          H0 Mm

 

10250     =  117,81     H DIN 22   =  220 x 220 Mm  =  2,52 x 2,52

  972     =   11,17     H DIN 24   =  240 x 240 Mm  =  2,75 x 2,75

 1683     =   19,34     I DIE 24   =  229 x 237 Mm  =  2,63 x 2,72

   772,5  =    8,87     HE 160 B   =  160 x 160 Mm  =  1,83 x 1,83

  350     =    4,02     HE 220 A   =  211 x 217 Mm  =  2,42 x 2,49

 2850     =   32,75     [ NP 16    =  160 x  65 Mm  =  1,83 x 0,74

 4000     =   45,97     [ NP 10    =  100 x  50 Mm  =  1,14 x 0,57

  800     =    9,19     [ NP  6,5  =   65 x  42 Mm  =  0,74 x 0,48

 5500     =   63,21

 5700     =   65,51     HE 220 A   =  DIE 22  [ = U-profiel

 8600     =   98,85     HE 160 B   =  DIN 16  I = i-profiel

 

DIN staat voor Deutsche Industrie Norm, DIE staat voor Differdange Economic ( de Luxemburgse fabriek die de palen vervaardigde). DIN-profielen bestaan niet meer, deze zijn gewijzigd naar de nieuwere Euronorm 53 – 62 en dan heten ze HE-B. DIE-profielen vallen onder de HE-A norm.

 

Voor het (reken) gemak heb ik het derde cijfer achter de komma weggelaten, het is naar ieders eigen inzicht deze honderdsten! zelf aan te passen. Er is nog een maat die niet op de tekening staat. Het schijnt zo te zijn dat de bovenbalk op de vrije baan op 8120 bovenkant spoorstaaf ligt en op/in stations/emplacementen lager, namelijk op 7820. Zelf heb ik gekozen voor 8135, daar dit het dichtst bij de normale hoogte van H0 komt. De rijdraad hangt gemiddeld op 5300 Mm boven de spoorstaaf.

Voor andere schalen heb ik geen passende maten, die zul je zelf moeten uitrekenen.

 

Het omrekenen naar b.v schaal 1 : 160 ( N ) heb ik niet gedaan, het lijkt me niet moeilijk om te doen, maar wel veel werk ! :-))

 

Profielen

 

Voor de duidelijkheid even de gebruikte profielen in kops aanzicht.

 

 

Al deze profielen zijn gewoon in de reguliere handel verkrijgbaar, b.v. bij Quartel in Pijnacker of bij Paul Ballon van PB-messing. Ik schrijf het er maar even bij, omdat anders iedereen vraagt waar het vandaan komt. Hier verdient het nog op te merken dat de door mij gebruikte maat van 3 x 3 Mm eigenlijk 2,5 x 2.5 Mm had moeten zijn. Hierdoor zou het ook mooier worden door voor de bovenbalk het U-profiel 2,5 x 1,5 Mm te gebruiken omdat deze dan ook beter te solderen is op de 2,5 mm brede uiteinden van de ingehangen balk, gewoon omdat de maat het zelfde is. anders mis je een halve millimeter wat weer een probleem met solderen is. Zie tekening, item D.

 

De Mal

 

Het belangrijkste onderdeel voor deze klus. Ik weet niet of U zelf wel eens geprobeerd heeft twee losse profielen zonder enig extra hulpmiddel tegen elkaar aan te solderen? Het lukt, ben ik van overtuigd, helaas zit het dan altijd net op de verkeerde plaats aan elkaar of de hoek waar het onder staat is niet goed, enz. Doordat ik eigenlijk meerdere masten van dezelfde soort moest maken, heb ik toch de stoute schoenen maar aangetrokken en heb er een mal voor gemaakt. Hieronder staan de gereedschappen en materialen die nodig zijn vermeld.

 

Benodigdheden

 

Plaat aluminium van 200 X 400 X 3 Mm (of dikker, d’as wat handiger met bevestigen)

Aluminiumstaaf van 10 X 10 Mm X zolang als je nodig hebt

M3 boutjes

Een adres waar een groef in de staaf kan worden gefreesd, ik had hiervoor een bekende die dit voor mij wilde en kon doen, maar misschien kunnen deze mensen het  >>> (http://modelbouwatelier.nl)

Een ijzerzaag met een slag grovere vertanding!

Een zoetvijl (metaal)

Een basterdvijl (metaal)

Een boortje 2,4 Mm

Een draadtap M3

Een boormachine (of beter, kolomboormachine)

Schuifmaat

Metalen meetlat (vaak te vinden in de vijf gulden bakken)

Kraspen (koop een goede, die van vijf gulden zijn in twee keer krassen bot)

Stukje schuurlinnen 120

Klein winkelhaakje

Zwarte viltstift

Schroevendraaiers

 

Werkwijze

 

Hieronder in het kort de volgorde:

Plaat maken

Uitrekenen hoeveel lengte er gefreesd moet worden en welke lengte hoe diep

Lengtes laten frezen

Blokjes zagen, blokjes voor de mastpalen zijn ongeveer 30 Mm lang, voor de anderen 15 Mm

Blokjes op een schuurpapiertje van bramen ontdoen

Mal uittekenen op de plaat (let op, de Hartlijnen zijn NIET de buitenzijde van de mast!)

Hou bij het uittekenen rekening voor uitbreiding naar drie- of viersporige masten

Gaatjes boren in de hartlijn van de gefreesde blokjes met 2,4 Mm (verdeling afstand!)

Plaats van de blokjes bepalen op de plaat (gelijke hoogte)

>> misschien is het handiger om bij gebruik van een gewone boormachine, de geboorde 2,4 Mm

gaatjes, na de plaatsbepaling even met de boor door het blokje heen te markeren op de onderplaat <<

Gaatjes boren op de hartlijnen van de onderplaat (3Mm)

Draad tappen in de blokjes (M3)

De gaten in de onderzijde van de onderplaat met b.v. een boor van 8 Mm iets taps uitboren

Blokjes monteren en gelijk passen met een 3Mm H – profiel. (LET OP dat alles HAAKS is)

 

Bouw-Beschrijving Mal

 

Deze bestaat uit een onderplaat van aluminium en daarop blokjes van 10 x 10 x 15 Mm aluminium met een groef erin. Let Op, de blokjes voor de verticale delen (palen) zijn langer, zo’n 30 Mm, Dit geeft wat meer stabiliteit bij het bouwen van de masten, heeft wel als nadeel dat ze meer klemmen, maar dan kan een smal vijltje met daarom heen een schuurpapiertje wel iets meer ruimte creëren. De overweging om de mal en de blokjes van aluminium te maken is simpel, ik had de draadmal hier ook van gemaakt en het soldeer hecht niet aan de mal. Deze groef is 3 Mm breed en 3 Mm diep. (zie Fig.3)

                           

           

        

 

Voor diegene die andere maten willen gebruiken, dienen die dit straks in het voorbeeld van 3 Mm zelf maar even om te rekenen. (betekent dus ook andere groefdiepte en –breedte!) In dit blokje zitten twee dingen niet die er in de foto wel inzitten, dat zijn de bevestigingsgaten van M3. Ieder blokje op de mal heeft twee van deze gaten met draad erin. Deze zijn verdeeld over de lengte van het blokje en zitten precies op de lengte-hartlijn. Als je dit een beetje precies uittekent en de gaten voorboort met 2,4 Mm, dan kun je daar met een tapje M3 prima schroefdraad in maken. Het andere is zichtbaar bij ‘A’ op de tekening en wat minder op de foto. Dit gaatje loopt dwars door het blokje en is bedoeld als vast punt voor de uithouder. Na montage op de (juiste plaats!!) op de mal kun je hier dwars door de ingelegde profielen boren. Teken de hartlijnen van het te maken portaal uit op de grote aluminiumplaat en bepaal de plaats van de blokjes. Op de kruising liggen aan weerszijden van de paal blokjes, deze zijn iets korter dan het hierboven getoonde exemplaar.

 

  

 

De mal zoals deze eruit ziet na montage van de blokjes op de juiste plaats (grijs gespoten tegen de weerkaatsing van de flits). Over de horizontale blokjes nog het volgende; deze zijn 1,5 Mm dieper uit gefreesd omdat de dwarsverbinding bij andere portalen uit lange U-profielen bestaan. Dit zijn de zogenaamde ‘ingehangen’ balken, d.w.z. deze bevinden zich tussen draagkabel en rijdraad. Zie ook deze foto, waar duidelijk de ruimte tussen paal en balk te zien is. De portalen uit 1938 hebben namelijk een “geconstrueerd” einde waardoor ze tussen de palen naar beneden kunnen, dat kan bij deze langsliggers niet. Zie deze foto voor de dubbele bovenbalk. Dus in figuur drie is dan de groef dieper! (Zie rode lijn). De blokjes aan de binnenzijde van de bovenbalk, hebben een schuine groef, voor de hoekverstijving, deze heb ik er gewoon met de ijzerzaag later in gezaagd.

 

 

Hier een voorbeeld van de mal als hij in gebruik is.

 

Het geheel aan blokjes, als ze geboord en getapt zijn, worden dan op de plaat gemonteerd d.m.v. kleine M-3 schroefjes met schuine kop. Vlakke kop is mogelijk, maar dan moet er onder de plaat een soort pootjes gemaakt worden zodat ie niet op de schroefkopjes ligt. Hou er rekening mee dat de gaten die geboord worden om de blokjes vast te zetten iets groter mogen zijn ( halve Mm ), zodat het blokje recht in het verlengde van de getekende lijn gemonteerd kan worden. Anders kun je de masten niet haaks maken. En hier komt dan het onvermijdelijke winkelhaakje weer om de hoek kijken! Kost ongeveer 35,-- , de mijne komt bij de Fa. Engering uit Den Bosch vandaan, maar ik denk dat er landelijk wel meer firma’s zijn die ze verkopen.

Bovenaan de mal zijn nog twee korte blokje te zien, deze hebben als functie dat de paal erin gelegd wordt en dan meteen op de juiste hoogte boven de bovenbalk uitsteekt. Vergeet niet, op de mal af te tekenen waar de bovenkant Spoorstaaf is, de paal moet langer zijn. Hij gaat ook nog een stukje de ‘grond’ in en/of hij wordt op een messing schroef gesoldeerd. In alle gevallen is het handig om te weten hoeveel Mm daar extra voor gerekend dient te worden. Dus ook aftekenen!

 

De messing schroef, deze kan in diverse lengtes en diameters gekozen worden, zorg ervoor dat die maat gekozen wordt waar het vierkant van de paal binnen de kop van de schroef valt. Door nu uit het hart van de bestaande groef er dwars op twee andere groeven te slijpen, ontstaat er een soort -H- waar de voet van de mast precies in past. Even vastsolderen en hij kan zo de bodem in.

 

Waarschuwing!

 

Het komt bij het maken van de diverse onderdelen voor dat er gereedschap gebruikt moet worden, wees voorzichtig en neem de veiligheidseisen in acht, evenals het werken met slijp- boor- of freesmachines, dit vereist goed gereedschap, kennis van zaken en last but not least beveiligingsmiddelen voor persoonlijke bescherming.  Gebruik deze dus!!!!

 

!ZORG VOOR UW PERSOONLIJKE VEILIGHEID!

 

Publicatie

 

Het is niet de bedoeling dat dit zonder mijn uitdrukkelijke toestemming anders dan voor privé doeleinden gebruikt wordt. Niets uit dit document mag zonder uitdrukkelijk voorafgaande toestemming gepubliceerd worden.

Voor vragen en eventuele publicatie, kunt U contact met mij opnemen via onderstaand emailadres;

isergensopdeze@paginastevinden.nl

 

J.W.Penris