Let Op!!! Dit document is
het best weergegeven in 800 X 600
BOVENLEIDING DRAADMAL MAKEN
©
J.W.Penris
Het maken van de Mal
Materialen
De benodigde materialen voor het maken van de mal zijn:
Vierkant profiel van 10 X 10 Mm
(fig. 1a)
Voorzetraamprofiel
(glashandel)
(fig. 1b)
of
U -profiel (ijzerhandel / Doe –het -zelf zaak) (fig. 1c)
Krimpmoeren (10 x ) N-902-388-01 (VW onderdeel)
Al deze profielen dienen van aluminium te zijn, zodat het soldeer niet hecht
aan de mal en er een goede warmteafvoer plaatsvindt. Een goede
tweecomponentenlijm die ook geschikt is voor aluminium. Wasbenzine (brandgevaarlijk!)
i .v.m . het reinigen van de te lijmen oppervlakken.
Voorbewerking en Bouw
Het onderste U -profiel wordt vastgezet op
een stevige ondergrond, b.v. een stukje hardhout dat iets breder is als het U
-profiel. Ook de lengte van het stukje hout dient langer te zijn dan de gekozen lengte van het U -profiel. Dit kan
gewoon met een schroefje op de uiteinden van het U -profiel, wel iets verzinken
natuurlijk.
Voorbeeld; mijn mal zit vast op een stukje hardhout van 4
Cm breed en 70
Cm lang. Het profiel is iets korter (zo’n 60
Cm lang) dan het latje. Dit is gedaan, omdat lengtes
bovenleiding van 60 Cm
eigenlijk het maximum zijn. Dat ze wel langer zijn is weer een ander verhaal,
zie in dit geval de beschrijving ‘Bovenleiding maken’.
Omdat je de mal nog moet kunnen vastzetten, heb ik
aan beide zijden een ruimte van 4 à 5
Cm gelaten i.v.m . het vastzetten van de mal met
lijmtangen aan de uiteinden. De pijlen bij figuur 2 laten zien hoe het er
uit komt te zien. Wanneer de lijmtangen aan weerszijden worden vastgezet, dient
men er op te letten dat de hoogte van de tangen niet boven de rand van het U
-profiel uitsteekt. Afstand - a - in figuur 3 is de maximum hoogte van de
lijmtangen. Als de lijmtangen hoger zijn als het U -profiel is dat lastig bij
het maken van lange rijdraden.
De volgende stap is het zagen van U -profielstukken
in lengtes van 15 à 20 Mm,
20 stuks. Even proberen hoe breed, daar er voor de verbinding tussen bovenstuk
(figuur 6, blokje – a -) en U -profiel (figuur 6, blokje -b-)
2-componenten-lijm gebruikt moet worden. Door deze verlijming (pijlen) perst er
zich aan de zijkant van het bovenblokje een randje lijm onderuit. Dit is handig
(!), want als het blokje – a - er ooit een keer afbreekt, door b.v. te grote
hitte, kun je hem er met 3-seconden-lijm zo weer op lijmen. Hij past dan
precies in de oude lijmranden. Om goed te laten zien wat er bedoeld wordt, is
dit bij de pijlen in figuur 4 wat uitvergroot weergegeven. Het mooiste is
natuurlijk om bovenblokje en U -profielen te solderen. Dan kunnen de U
-profielen net zo breed zijn als het bovenblok (= 10
Mm). Of dat echt beter is weet ik niet, je kunt de
hangdraden dan wel dichter op elkaar zetten.
In figuur 5 is zichtbaar hoe een en ander
aan elkaar moet worden gelijmd. Bij -b- worden de vlakken gereinigd met
wasbenzine (voorzichtig!) en met 2-componenten-lijm aan elkaar gelijmd. Let op
dat dit op een vlakke ondergrond gebeurd, dan is de bovenkant ook vlak na het
lijmen. Zo worden 10 stuks –M -’en aangemaakt. Het aantal is natuurlijk vrij te
kiezen. Op de tekening is één pijl met een -r- gemerkt. Dit vlak is belangrijk
i.v.m . het plaats bepalen van de horizontale lijn over alle 10 de houders.
Verderop in het verhaal kom ik hier nog op terug. Bij -f- wordt een gat geboord
van 8 Mm.
Hierin kan een busje met draad worden geplaatst.
Het busje wat ik bedoel is soort buis met een 5
Mm draad erin die je kunt vervormen. De moer zal aan de
buitenzijde van gat -f- vervormen en dus vast gaan zitten. Ik heb daar een VW
-onderdeel voor gebruikt met onderdeelnummer N-902-388-01. Deze worden gebruikt
om spiegels mee te bevestigen bij Golf – II . Er zijn ook aluminiummoeren te
krijgen. Hier wordt een boutje ingedraaid om hem mee op de onderste U -profiel
te klemmen. Het is van belang dat die bout dan een vlakke onderzijde heeft,
anders verloopt de houder tijdens het vastzetten. Om diezelfde reden is het
belangrijk dat er GEEN punt aanzit, deze draait allemaal gaatjes in de
buitenkant van het onderste U -profiel. In figuur 6 is te zien hoe e.e.a. er na
samenvoegen van alle delen uit komt te zien. In Fig. 6a is de krimpmoer afgebeeld zoals deze in
de buitenzijde van de - M -’en moet worden geplaatst. Normaal gesproken
heb je daar een speciale tang voor nodig, maar als je een lang boutje neemt, een
moer en een ring, de draadbus vanuit de binnenzijde in het gat plaatst,
boutje vanaf de buitenzijde indraait, ringetje plaatsen en de moer voorzichtig
aandraait, dan lukt dat ook. De krimpmoer zal nu gaan vervormen op het
aangegeven deel. !!!!! deze vervormd is zit de krimpmoer vast. Moertje los,
ring verwijderen en boutje weer uitdraaien. Zo worden alle krimpmoeren
geplaatst.
In figuur 7 is te zien hoe het eruit ziet
als dezelfde materialen worden gebruikt, maar dan van het voorzetraamprofiel.
Ook hier is een ruimte tussen beide U -profielen gelaten om de tekening te verduidelijken. De zwarte blokjes zijn verdikkingen
in het raamprofiel. Dit profiel zal niet overal te krijgen zijn, maar de
glashandel biedt hier enige uitkomst (hoop ik). Nu worden de stukjes
vierkantprofiel gezaagd in lengtes van 35
Mm, - a - in figuur 6.
In deze blokjes moeten nog gaten worden geboord en
sleuven worden gezaagd. Hier kom ik weer terug op het -r- teken in de figuur 5.
De bedoeling is dat dit vlak tijdens het bouwen als een referentievlak gebruikt
wordt. Vanuit hier meten we alles uit en op. Als je steeds dezelfde maat
aanhoudt vanuit dat vlak tot aan de voorzijde van blokje – a - moeten alle
blokjes in één lijn komen te liggen.
In figuur 8 staan alle blokjes op één
lijn, en is zichtbaar hoe de diverse lijnen en gaten nog bewerkt moeten worden.
Eerst meten we van alle blokjes de hartlijnen uit. De horizontale hartlijn voor
de rij-draad (figuur 9 afstand -t-) is 5
mm vanuit de voorzijde. Ook gat -g- wordt op de kruising
van de hartlijnen (afstanden -m- en -t-)op 5
Mm van de voorzijde van de blokjes – a - geboord. De grootte van gat -g- is 5
Mm. Het wordt dus wel priegelen op zo’n klein stukje,
maar het is te doen. Houdt er rekening mee dat de zaagsneden draad moeten
bergen van 0,6 Mm
dik en dat deze dus niet te breed moeten worden. De zaagsneden in mijn mal zijn
1 Mm
breed en dat is breed genoeg. Teken derhalve eerst alles duidelijk met een
dunne stift af. Afstand -v- bij de hartlijn door -h- is variabel i.v.m . de
hoogte van de hangdraad.
In figuur 9 bij -h- loopt de groef trapeziumvormig
toe op het geboorde hart van blokje. Dit doen we gewoon met de zaag. Dit is
nodig om de draad een beetje rond te kunnen leggen. Gemiddeld zal de hoek zo’n
6 à 15 graden bedragen, doch het komt niet echt nauwkeurig. Wat belangrijker
is, is dat de juiste diepte van de groef wordt aangehouden.
Zie in dit geval ook figuur 10. In deze figuur zijn de dieptelijnen op de zijkant zichtbaar
(z R), dit om enige indruk te geven van de werkelijke diepte. In groef -s- in
fig. 9 liggen twee draden horizontaal en één verticaal. Reken dat de maximale
diepte van -s- in figuur 9 eens op 2.5
Mm diep. Dus lijn 3 is dan 2.5
Mm diep, lijn 2 (de verticale lijn = hangdraad) is dan 1.9
Mm diep en lijn 1, de eerste rijdraad ligt dan op
(onderzijde) 1.3 Mm
diep, gewoon bovenop de andere draden, dit allemaal gerekend vanuit lijn – t -.
(staat voor top = bovenkant) De hangdraad -draagkabel, die de bovenste gaten
-h- met elkaar verbindt, ligt dus in een gleuf van 1.3
Mm diep. style='font-size:11.5pt'>De draad
ligt expres iets dieper, want anders zou b.v. in het geval van 1.8
Mm diepte de boven kant precies gelijk met -t- liggen en
dan springt hij er tijdens het solderen eruit.
In figuur 11 is de bovenste draad de
hangdraad draagkabel. De verticalen zijn hangdraden en de onderste is/zijn de
rijdraden. Wanneer we de hangdraad draagkabel doortrekken
buiten de mal, moet de hoogte van de -draagkabel tot de rijdraad zo’n 27 à 28
Mm zijn. Figuur 11 geeft een beetje aan waar die hoogte
gemeten moet worden. Dit is belangrijk, omdat dit mede de afstand -v- tussen de
gaten bepaald. De andere afstanden van de hoogtes van de hangdraad tot de
rijdraden, zijn een beetje proefondervindelijk, maar tussen blokje 1 en blokje
5 varieert de hoogte -w- van 23 - tot 9
Mm hoogte. (b.v. 23 - 18 - 15 - 12 - 9 ) Gat -h- in
figuur 9 moet dus op verschillende hoogtes vanaf de rijdraadlijn -t- uitgezet worden.
Dit, om een beetje glooiende lijn voor de hangdraad draagkabel te verkrijgen.
Als ze zo dicht bij elkaar staan lijkt het nogal hoekig, in werkelijkheid zal
dit ook zo zijn, maar in het optische gezicht is het glooiend. In de mal zit er
altijd zo’n 3- tot 6 Cm
tussen de hangdraden en dan klopt het wel. In figuur 12 is afgebeeld hoe de
draden in de mal liggen.
Let op!! In de beschrijving voor het maken
van de draden, staat dat je het uiteinde moet ombuigen van de hangdraad. Voor
de duidelijkheid heb ik hier alleen de richting en manier getekend!
Werkvolgorde Hier aan het eind van deze uitleg nog even de
werkvolgorde. werkgang
- Monteer U -profiel op balkje/plankje
- Zaag alle U -profielen voor de – M -’en
- werkgang 3.= boor gaten voor de krimpmoer
- monteer de krimpmoeren
- Lijm de –U -’s tot –M -’en op vlakke ondergrond
- Zaag de blokjes –a - ( 10 x 10 x 35
Mm)
- Zet alle lijnen uit op de blokjes –a - , boor de gaten, maak de
zaagsneden
- Span na droging alle –M -’en op het U -profiel (met boutje in
krimpmoer!)Fixeer de blokjes –a - nummer 1 en 10
- Leg een zaagblad op de rug in de groef van blokje 1 en -10 en
lijm de rest vast
- werk de trapeziumvormige groeven bij gat -h- af
Alle –M -’en worden naast
elkaar op het U -profiel geplaatst, tegen elkaar aangeschoven en vastgeklemd.
Dat er onderling tussen links en rechts een beetje verschil is hoeft niet
noodzakelijkerwijs reden tot paniek te geven. In het ergst geval kun je een
gemaakt stuk bovenleiding niet symmetrisch in de mal plaatsen, populair gezegd,
omdraaien. Zorg dat de geklemde –M -’en goed op het U -profiel vlak liggen. Een
simpele manier om de blokjes te lijmen is, de blokjes 1 en 10 zo precies
mogelijk fixeren ( LET OP, referentievlak ), dan in beide groeven verbinden
d.m.v. een zaagblaadje, zodat de andere groeven -s- precies onder het zaagblad
komen te liggen. Lijm de blokjes –a - nu op de -M -’en, met
2-componenten-lijm op de in figuur 4 getoonde wijze. Zorg dat de voorzijde van
blokje –a - (schroefzijde) allemaal dezelfde afstand tot het referentievlak
hebben. Als alles goed verlijmd is moet er één rechte lijn zijn ontstaan over
de blokjes –a - in groef –s -. Tot slot: Nummer de blokjes –a - en -b- met een
viltstift van 1 tot 10. Als je de blokjes in een zeepoplossing hebt liggen en
er breken een aantal blokjes van elkaar los dan kun je makkelijk terug vinden
welke –a - bij welke -b- hoort. Bovendien hoef je dan niet meer te zoeken bij
het opstellen van de mal, “welke was ook alweer de eerste?” of zo.
Waarschuwing! Disclaimer! Het werken met gevaarlijke
stoffen en scherpe draden, evenals het werken met slijp- boor- of freesmachines
vereist goed gereedschap, kennis van zaken en last but not least
beveiligingsmiddelen voor persoonlijke bescherming. Gebruik deze dus!!!! Als U
thuis deze beschrijving wilt hebben kunt U deze downloaden als WPD document (58Kb) of als .RTF document(244Kb). Het is niet de
bedoeling dat dit zonder mijn uitdrukkelijke toestemming anders dan voor privé
doeleinden gebruikt wordt. Niets uit dit document mag zonder uitdrukkelijk
voorafgaande toestemming gepubliceerd worden. Veel succes met de bouw.
Heeft u nog vragen, dan kunt u schrijven naar: Email: J.W.Penris