ALGEMEEN
3 november 2005
Functie
De bovenleiding
heeft een tweetal functies:
1. De onderste helft (rijdraad) heeft als doel op elke willekeurige plaats boven het spoor elektriciteit toe te kunnen voeren aan een elektrisch tractievoertuig. De energieafname komt tot stand door een stroomafnemer die langs de “Sleepleiding” sleept.
2. De bovenleiding als geheel dient voor
energietransport, alle stroom die wordt gebruikt, wordt ook aangeleverd via de
bovenleiding.
De “Sleepleiding”,
hierna te noemen “Rijdraad” is dubbel uitgevoerd. Deze rijdraden lopen parallel
aan elkaar. De achterliggende gedachte hiervan is het vergroten van het
raakvlak tussen het schuitje van de stroomafnemer en de rijdraad. De relatief
lage spanning zorgt voor een hoge stroom, dus hoe meer contact er tussen deze
twee is hoe minder kans er is op doorbranden van de rijdraad bij wegrijden
onder slechte omstandigheden.
Op Lijn HS -
Amsterdam heeft men korte tijd geëxperimenteerd met twee soorten ‘zigzag’
ophanging. De ene was degene die we nu bij NS aantreffen, twee draden op
gelijke afstand van elkaar, parallel lopend over de hele afstand. De andere was
dat beide draden bij het ene ophangpunt bij elkaar kwamen en bij het volgende
ophangpunt ongeveer
Stroomafnemers
Even wat getallen:
de schuitjes van de stroomafnemers zijn uitgerust met drie koolstrippen waarvan
de twee buitenste ongeveer
Soorten
Daar de
verschillende Spanningssoorten ook andere constructies eisen, bedacht men voor
deze soorten ook andere bovenleiding. Hoe hoger de spanning, hoe lager de
stroom en dus hoe dunner (lees lichter) de constructie zou kunnen zijn. de
10.000 Volt constructie zoals eerst werd toegepast op de Hofpleinlijn, bestond
dan ook slechts uit één rijdraad! Er was wel een hulpdraagkabel die vlak boven
de rijdraad hing, maar in het geheel was de constructie toch lichter dan
hetgeen we nu kennen van de (eerst 1500 Volt) nu 1800 Volt bovenleiding. De
eerstgenoemde constructie komt nog voor bij de SNCF op sommige 1500 Volt
trajecten. De NMBS gebruikt een soortgelijke constructie, maar dan met twee
rijdraden. Dan is er nog de Trambovenleiding waar het eigenlijk allemaal mee
begonnen is en het zal niemand verbazen dat er verschil zit tussen bovenleiding
die geschikt is voor 100 - of voor
Draagconstructie
Om deze draden nu
boven de baan te kunnen hangen bedacht men diverse draagconstructies, de
diversiteit van de masten hangt een beetje samen met de tijd waarin deze
ontworpen en geplaatst. Logisch als je bedenkt dat er b.v. rond 1930 weinig
geld was en wat later in de tijd, weinig goed materiaal voor handen bleek. Een
overzichtje van de masten is in de maak en zal in de index terug te vinden
zijn. Globaal gaat het in dit stukje om een inzicht in het hoe en waarom.
Als men uiteindelijk
de rijdraad boven het spoor heeft hangen dient deze ook een beetje recht te
hangen en daarvoor gebruikt men z.g. afspaninrichtingen. Deze bestaan uit een
soort katrollen waar de rijdraad overheen loopt met een gewicht aan het
uiteinde (en natuurlijk zijn er daar ook verschillende soorten en typen in).
Als nu door de warmte (of de kou) de draad van lengte veranderd, zorgt het
gewicht ervoor dat de rijdraad strak blijft staan. Een beetje verkeerd
omschreven, want uiteindelijk gaat het er alleen om, dat de rijdraad niet gaat
doorhangen tussen de masten. Aan beiden uiteinden van zo’n (dubbele) rijdraad
vindt je dan meestal ‘gestapelde’ gewichten die samen toch gauw zo’n 1000- tot
Ophanging
Hier gaat het puur
om de rijdra(a)d(en). De Tramophanging is een enkele draad die met een klem aan
de dwars op de rijdraad gespannen kabel is bevestigd, zie hiervoor project Rotterdam van de HSM-groep. Ook werden hier
wel palen met uithouder gebruikt, waarvan een voorbeeld is te zien op de Conradkade van de zoals deze op Rail-2000 heeft gestaan. Hoge
masten met uithouders en kabels. Als de Tram langzaam rijdt kan de ‘beugel’ de
draad gemakkelijk volgen, tot zo’n
Een hele
verbetering was dan ook de Kettingophanging. Hierbij maakte men gebruik van een
draagkabel die op vaste punten aan uithouders bevestigd werd en waarvan de
‘hangdraden’ de rijdraad ‘ondersteunden’. Zeg maar rustig, naar boven trekt.
Door nu de draad bij een gemiddelde temperatuur op te hangen, kon de draad nog
behoorlijk horizontaal hangen. Als de temperatuur echter opliep of daalde dan
zakte/steeg daarmee ook de rijdraad i.v.m. het uitzetten/krimpen. Deze
constructie kon ongeveer snelheden tot
Bij de nieuwere
systemen zoals op de Schiphollijn zijn de uithouders ook beweegbaar naar de
zijkant, dit om de rek met de rijrichting wat mee te kunnen opvangen. Door het
met hoge snelheid schuiven van het schuitje langs de draad ‘schuift’ deze ook
op in de rijrichting.
Rijdraad
De rijdraden
hangen gemiddeld zo’n
Masten
Zal ik kort over
zijn, een artikel over de masten en de diversiteit hierin is in de maak, helaas
moeten er daarvoor tekening omgezet worden en dat is iets wat me nog niet is
gelukt. Dus, er wordt aan gewerkt!!
................Word Vervolgd