RIV- en UIC codes
26 oktober
2005
Om het maar simpel
te houden; Hieronder een tweetal pagina’s met de diverse codes die op het materieel
te vinden zijn, geen plaatjes puur informatie. Volg de Hyperlinks aan de
bovenzijde van de pagina’s en dan kom je precies daar waar je wilt.
In de jaren ’60 is
heeft men plannen gemaakt voor een internationale wagenaanduiding welke door de
Union Internationale
des Chemins de fer (UIC)
zou worden opgezet. NS was zo vooruitstrevend
daar op in te spelen, door alvast wat nieuwe benamingen in te voeren. Toen
echter in 1965 de definitieve UIC-nummering werd
ingevoerd, moesten deze in veel gevallen toch weer gewijzigd worden. Op 1
januari 1969 moest de omnummering klaar zijn. In dit ‘nieuwe’ systeem werden
alle wagens verdeeld in hoofdgroepen, welke ieder een eigen cijfer en letter
kregen. Binnen de bewuste hoofdgroep werd ook nog onderscheid gemaakt naar de
eigenschappen van de wagen, door er meerdere kleine letters aan toe te voegen.
De kleine letters zijn voor een deel voor alle wagentypen gelijk, echter er
zijn er ook die speciaal aan één type wagen gebonden zijn. Sommige zijn alleen
bestemd voor de eigen maatschappij. Deze letters worden dan door een streepje (
- ) van de verkorte naam gescheiden. Ook de interne wagens kennen deze codes,
waaraan duidelijk herkenbaar is of ze wel of niet het land mogen verlaten.
Links staand
voorbeeld toont een Fccpps met nummer 23 RIV 84 NS 643 7 088-7. Deze valt in de
klasse 2 of 3 assen onder overige particuliere wagens met vaste spoorbreedte.
Uit dit voorbeeld blijkt duidelijk
dat de codering niet echt compleet is, want bij de nummers 5 en 6 staat wel de 6 vermeld maar niet 64 of de 4
als zesde cijfer. Ook bij cijfer 7 wordt niet duidelijk aangegeven waar het op
slaat. Onder de F-codering staat wel dat het om een speciale open wagen met
twee assen gaat. Waarom komt de c hier net als
de p tweemaal in de aanduiding voor? Volgens de
documentatie zou dit betekenen dat er zowel zijontlading (via zwaartekracht)
mogelijk is (cc) en middenontlading (pp) en dat daarbij de stortopeningen laag liggen. De s staat
voor de snelheid, in dit geval
LINK
Naar een Uitleg
over Coderingen van Goederenwagens (wel Duits,).
Daar er in 1980
meer behoefte ontstond aan de vastlegging van de specifieke eigenschappen van
wagens, besloot men de UIC-
Aan alle Hoofdletters met zijn toevoegingen worden in de
internationale voorschriften nummerseries toegewezen, de toegewezen nummers
worden meestal pas aangemaakt wanneer er weer een nieuwe lettercombinatie
ontstaat bij de bouw van specifiek materieel. Hieronder en voorbeeld van een
binnenlands rijtuig van NS.
Het Regiem (eerste twee cijfers, in dit geval 50) bepaalt in
deze de inzet van de wagen (en betaling) en geeft ook aan hoeveel assen, wat
voor spoorwijdte, en in welke ‘Pool’ ze worden ingezet. Bovenstaand voorbeeld
toont aan dat deze alleen geschikt is voor het Nederlandse Spoorwegnet. Dit is
overigens ook te zien op de blauwe baan, als daar meer landen worden genoemd
mag dit rijtuig ook in die landen rondrijden.
Uit de beschikbare
informatie kwamen de volgende ‘Pools’ naar voren; EUROP-pool,
Interfrigo-, de RIV-
en de RIC-pool.
RIV staat voor Regolamento
Internazionale Veicoli
en regelt de ‘Pool’ voor de goederenwagens welke internationaal ingezet
kunnen/mogen worden.
RIC betekent; Regolamento
Internazionale Carozze
en behelst de ‘Pool’ m.b.t. de rijtuigen in het grensoverschrijdend verkeer.
EUROP-pool is specifiek voor de West-Europese
landen
De OPW is de Oost-Europese tegenhanger van de EUROP
INTERFRIGO is speciaal voor koelwagens
TEN-pool is de ex slaapwagenpool
EUROP-Pool
Het RIV regelt het gebruik van wederzijdse wagens,
volgens deze regels dient een wagen direct na lossing te worden teruggestuurd
naar het land van herkomst, hetzij leeg dan wel met een lading voor het land
waar deze in eigendom is. Dit kan aanzienlijke leeg-kilometers besparing
opleveren. In het begin (rond 1951)
brachten alleen Duitsland en Frankrijk wagens onder in een soort pool, welke
naar eigen goeddunken gebruikt konden worden. Andere maatschappijen zagen hier
een voordeel in en enige jaren daarna kwam de Europ-pool van de grond. Aangesloten landen zijn o.a.; Duitsland,
Zwitserland, België, Denemarken, Italië, Oostenrijk, Luxemburg, Frankrijk en
Nederland.
Het
principe waar de Europ-pool op rust is, dat de
aangesloten landen niet meer wagens op haar eigen sporen heeft rondrijden dan
dat er door deze maatschappij in de Pool is ingebracht. Een Europ-wagen kan daardoor als eigen
wagen behandeld worden. Voorbeeld; Indien een maatschappij (b.v. SNCF) een wagen uit b.v. Denemarken
krijgt die niet in deze pool zit, dan zou deze onverwijld leeg terug moeten
naar de eigenaar. Dit levert een aanzienlijk aantal leeg-kilometers op. Als dit
nu een Europ-wagen is, dan moet de SNCF eerst kijken of zij het door
haar ingebrachte aantal wagens binnen haar grenzen heeft. Als dit niet het
geval is, mag zij deze houden, als dat wel zo is, dan dient zij er een van
hetzelfde type de grens over te sturen. Dat zou b.v. kunnen door er een naar
Duitsland te sturen. Duitsland op zijn beurt dient dan weer te kijken of zij er
niet weer een teveel hebben en er dan een b.v. vanuit Hamburg een de grens over
te zetten naar Denemarken. Op deze manier worden er minder lege kilometers
gemaakt en er komt altijd een wagen terug naar het land van herkomst. Dit
betekent natuurlijk veel rekenwerk en omdat dit niet op de emplacementen gedaan
kan worden, stuurt men dagelijks de gegevens naar het centrale bureau in Bern.
De computer bepaalt dan hoeveel wagens van welke soort van het ene land naar
het andere moet.
Controle-cijfers
Er is een
programma’tje beschikbaar om zelf de controlecijfers van een locnummer te kunnen
bepalen. Dit is een duits programma, dus waarschijnlijk alleen geschikt voor
Duits materieel.
Dan is er een
programma beschikbaar om wagennummers te controleren. Klik op deze link om te kijken hoe het voorbeeld eruit
ziet (UIC-lijst). In hoeverre dit ook voor zowel rijtuigen als
goederenmaterieel geschikt is weet ik niet, mag men zelf proberen! :-))
Je kunt ze HIER downloaden!! Overigens, beide
programma’s zijn bij elkaar in één file geZIPt.
Met dank aan
Tobias Köhler (ukjp@rz.uni-karlsruhe.de)
en Modeltreinclub Het Spoor voor het beschikbaar stellen van de
overzichten.
Gevonden bronnen: Railhobby
92/1 UIC-aanduiding
Goederenwagens
Railhobby
90/7-8 Codering voor Rijtuigen
Onbekend Artikel
uit een Duits blad......
Europool, Wat is
Dat?, Artikel in Railhobby 1985 N0-2 bladzijde 233
Met dank aan leden
van NS-Discussies,
Veluwse Modelspoor Club en anderen, voor het ondersteunen van dit verhaal met
raad en informatie.